Over windmolens en zonnevelden

Zonnevelden

Bij grootschalige zonnevelden gaat het om grotere percelen waarbij energieproductie de belangrijkste activiteit is. Als ondergrens hanteren we 500 m2 (0,05 hectare). De ervaring leert dat het in praktijk gaat om initiatieven van 5 tot 50 hectare. De panelen kunnen daarbij op verschillende manieren worden geplaatst. Bijvoorbeeld op de grond, hoger op een installatie of meerdere panelen op een paal. Eén hectare zonneveld levert ongeveer 0,8 tot 1,0 GWh per jaar op. Dit is gelijk aan het verbruik van ongeveer 350 huishoudens.

Mogelijke Zoekzones zonnevelden

De gebieden voor zonnevelden komen voort uit het vastgestelde beleid voor zonnevelden van iedere gemeente. Klik hier voor het lokale beleid voor zonnevelden per gemeente. Deze kaart is opgebouwd uit verschillende lagen. Helaas is niet met ieder programma deze kaart te openen. U kunt het programma Adobe Acrobat Reader DC downloaden om de lagen te bekijken. Voor de kaart klik hier. De kaart is toegelicht tijdens de presentatie met stakeholders op 25 januari. Op 18 en 22 februari bespreken we met inwoners de kaart met globale zoekgebieden. 

Hieronder ziet u een kaart met locaties voor zonnevelden. Tijdens de bijeenkomsten in december is hiernaar gevraagd. Bij het pijltje kunt u zien of het zonneveld al is gerealiseerd, of de vergunning al is verleend, of de vergunning nog in procedure is. De globale omvang van het zonneveld is ook weergegeven. De tekening is bedoeld als globaal overzicht. De details van elk project staan in de vergunning aanvraag.

Op onderstaande kaart ziet u eventueel geschikte gebieden voor zonnevelden. Tijdens de online gespreksavonden hebben deelnemers hun voorkeuren kunnen uitspreken. De letters verwijzen naar de betreffende gemeente. (B - Bunnik, H – Houten, U – Utrechtse Heuvelrug, W – Wijk bij Duurstede.)


Windmolens

De windmolens, waarmee we in de regio rekenen, zijn tussen de 130 en 175 meter hoog (ashoogte). Als een blad boven staat is het hoogste punt tussen de 200 en 240 meter. Ze hebben een vermogen van 5,6 Megawatt (MW) en brengen ongeveer 15 GWh per jaar op. Dit is gelijk aan het verbruik van circa 5.000 huishoudens. 

Mogelijke Zoekzones windenergie

De gebieden voor windmolens komen voort uit een technische studie van Pondera (zie kopje achtergrondinformatie). Deze kaart is opgebouwd uit verschillende lagen en vereist een toelichting om de kaart goed te kunnen interpreteren. Voor de kaart klik hier. De kaart is toegelicht tijdens de presentatie met stakeholders op 27 januari. En zal ook toegelicht worden tijdens de bijeenkomsten met inwoners op 18 en 22 februari. Deze globale zoekgebieden staan nog niet vast. De kaart wordt gebruikt als werkdocument. Helaas is niet met ieder programma deze kaart te openen. U kunt het programma Adobe Acrobat Reader DC downloaden om de lagen te bekijken.


Op onderstaande kaart ziet u met cirkels de overgebleven globale zoekgebieden. Deze cirkels zijn geselecteerd op basis van de aangescherpte randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn opgehaald tijdens de gesprekken in december en de online peiling. Deze gebieden staan nog niet vast. Dit is een werkdocument. Over deze gebieden gaan we graag verder in gesprek op 18 en 22 februari. 


Zon versus wind

Zon en wind houden elkaar in balans. Ze zijn beide nodig om door het jaar heen voldoende energie op te wekken. In de lente en de zomer is er veel zonneschijn en minder wind en in de herfst en winter is er minder zon maar waait het vaak harder. De stroom productie van één windmolen van 5,6 Megawatt is gelijk aan circa 20 hectare zonnevelden. Die windmolen is per stuk goedkoper om te bouwen dan 12 hectare zonnevelden. Per geïnvesteerde euro levert een windmolen meer op. Ook is de energiewinst groter, omdat deze als het waait ook bij weinig zon, zoals in de winter en ’s nachts, energie levert. Dat maakt de aansluiting op het stroomnet van windmolens ook goedkoper. 

Zonnevelden gaan ten koste van landbouwproductie. Je kunt ze meestal inpassen in het landschap door beplanting eromheen. Je moet het nodige doen om de kwaliteit van het bodemleven goed te houden, bijvoorbeeld door voldoende open plekken tussen de rijen te creëren. Zonnevelden maken, met uitzondering van het elektriciteitshuisje, geen geluid. Windmolens zijn vaak van verre zichtbaar en maken geluid en schaduw. Ze nemen weinig ruimte in op de grond, zodat het produceren van voedsel grotendeels kan doorgaan.